Onze vakantie zit er op en vandaag staat in het teken van de terugreis. We staan om half 7 op, drinken vlug een jus en een thee, stoppen de laatste spullen in de reistassen en gaan naar de lobby van het hotel. Om half 8 is het hier verzamelen en brengen we de tassen naar de shuttlebus van het hotel. Deze vertrekt stipt om tien over half 8 en brengt ons in vijf minuten naar het station. Luc koopt kaartjes (¥1000) en we wandelen naar het perron.
We zijn op tijd want de trein vertrekt om 6 minuten over 8. Het is een stoptrein en we stoppen vaak. We kunnen de bagage makkelijk kwijt. Japan Rail heeft dit veel beter voor elkaar dan onze NS. Na 1 uur en twintig minuten treinen arriveren we bij Narita airport.
Bij de incheckbalie staat een hele rij, maar we zijn opvallend snel aan de beurt. Een lieftallige Japanse helpt ons bij het verkrijgen van de boarding pass. Maar de ‘self check in’ werkt niet.
We sluiten aan in een korte rij en gelukkig zijn er nog plaatsen naast elkaar, met één aan het gangpad, beschikbaar.
In een koffieshop drinken we een cappuccino en een café latte (José is bekeerd) en eten we allebei een croissantje. Dan gaan we naar het rokershol waar we allebei een sigaartje roken. Dan naar het observatorium punt waar we een mooi uitzicht over het vliegveld hebben.
Op de weg naar gate 98 maken we onze laatste yennen op: een poespoppetje en een boekenlegger is de buit. Het is inmiddels kwart voor 11 en het boarden start over tien minuten. Het is druk bij de security check en José krijgt de zenuwen. Na een kwartier wordt onze handbagage gecheckt en kunnen we naar douane. Gelukkig hebben we hier maar twee personen voor ons. Dan naar het treintje dat ons naar de gate moet brengen.
Het treintje rijdt voor onze neus weg en we moeten twee minuten wachten. Dan is het nog een eind lopen naar gate 98. Als we hier aankomen horen we de laatste oproep voor de passagiers van JL411 naar Amsterdam. We kunnen zo doorlopen en de kist zit al vol. José heeft het heet en zit met een stuk papier te wapperen. Een aardige stewardess zegt dat het snel koeler wordt en na de uitleg dat we hebben moeten haasten, krijgen we een bekertje water.
Precies om vijf voor half twaalf verlaat het toestel de gate. De Japanners zijn erg punctueel. Op de taxibaan moeten we twintig minuten wachten, maar dan razen we over de startbaan. Het is redelijk bewolkt dus al snel zien we alleen maar wolken. Het taxiën en opstijgen hebben we weer via de webcam kunnen volgen.
Hopelijk straks, over 11 uur dus, in Amsterdam ook.
Mijn doel is om mijn leesboek uit te krijgen maar dat moet lukken, nog 200 bladzijden. De verzorging bij Japan Airlines is super. Als we op hoogte zijn krijgen we de warme maaltijd voorgeschoteld. We kiezen allebei voor de westerse variant: gehakballen met rijst. Smaakt prima. Ik neem bier en José witte wijn. De drank is nog niet op en de volgende ronde wordt al aangeboden.
Uiteraard slaan we deze niet af.
We lezen en puzzelen wat en doen dan een tukkie. De verlichting gaat uit en ik lees, onder het genot van een Asahi Wild Fire uit. Dan krijgen we droog broodje. Deze zijn voor José. Nou, ze smaken best hoor, al had er wel wat boter bij gekund. Het is nu nog zo’n 4 uren vliegen. Deze vliegen ook voorbij. We krijgen nog een maaltijd en de landing kunnen we via de webcam volgen.
Omdat het helder weer is boven Nederland wordt de camera al een half uur voor we landen aangezet. Rond 4 uur landen we en een kwartier later zijn we bij de gate aangekomen. De paspoortcontrole verloopt snel. Deze is verplaatst naar dezelfde verdieping als de gates. We lopen naar belt 17 om onze reistassen op te halen. Hier moeten we lang wachten maar uiteindelijk hebben we onze spullen compleet. We nemen afscheid van de groep, kopen een treinkaartje, roken buiten een peuk en nemen de trein van 17.15 uur. In Den Bosch stappen we weer over en we zijn om 18.52 op Station Reeshof. Nog een kwartier lopen en dan zijn we weer bij ons stulpje. We zijn blij dat we weer thuis zijn en kunnen terug kijken op drie fantastische weken in het ‘rijke’ Azië.
Japan is niet te vergelijken met de andere landen die we in dit werelddeel bezocht hebben. De Japanse samenleving is een juweeltje: geen graffiti en troep op straat. Normen, waarden en respect voel je hier elke dag. We zullen de vakantie blijven herinneren als de openingszin van de Camera Obscura van Hildebrand: “hoe warm het was en hoe ver”.