Wederom vroeg op staan. Om 7 uur zitten we aan het ontbijt. We zijn weer de laatste, hoe zou dat toch komen? Het ontbijt is Japans: roerei, vis, yoghurt, rijst soep etc. Gelukkig hebben ze thee. Ik eet het roerei op en laat de rest voor wat het is. Om 8 uur vertrekt de bus. We verlaten Kumamoto en rijden over een B weg door prachtige natuur. We slingeren omhoog bergachtig gebied in. Het doel is de Aso vulkaan.
De krater van deze vulkaan is 24 kilometer breed en 18 kilometer lang. Het is een van de grootste vulkanen ter wereld. In de krater zijn weer vijf vulkanen zichtbaar. Na anderhalf uur rijden hebben we een foto stop. We zien de rook uit Naka-daka (1323 meter) komen. Het is een prachtig gezicht: vulkanen en vergezichten. Dan rijden we naar een grote parkeerplaats. Hier zijn souvenirwinkels en het begin van de kabelbaan naar de top van Naka-daka.
Voor ¥ 1000 p.p. kopen we een retour ticket. Binnen tien minuten zijn we boven. Het is fris, 23° C maar dat voelt goed. We lopen naar de kraterrand en zien de rookpluimen van zwavelsulfide uit de krater stijgen. De kleuren van de kraterrand zijn prachtig. We lopen over een parcours van houten vlonders en genieten met volle teugen. De helikoptervlucht van 3 minuten (¥ 5000 p.p.) gaat voor de liefhebbers helaas niet door.
Als wij met de kabelbaan naar beneden gaan, stappen zij net uit. Daarom vertrekken we een kwartier later dan gepland. Wij kopen twee heerlijke koffies en drinken die samen met een peuk op een muurtje op. Wat relaxed! Dan rijden we via de Yamanami-highway naar Kurokawa. Hier lunchen we in restaurant Ajidokoro-naka. We zitten met James, Corrie, Sien, Frits en Luc aan een lage tafel. Gelukkig zit er een gat in de grond waar we onze benen in kwijt kunnen.
José bestelt Chinese noodles with vegetables en shrimps en ik, volgens Luc, de lokale specialiteit: fried sabo noodles. Nou ik krijg een bord met koude elastiekjes die niet te pruimen zijn. Gelukkig is de portie van José enorm en kunnen we er mee z’n tweeën van eten. Na de lunch wandelen we door het dorpje op zoek naar onsen. Kurokawa is een van de meest populaire ‘hot spring’ plaatsen van Japan. Ik vind het tegenvallen.
We zien wel leuk huisjes maar hot springs ho maar. Waarschijnlijk hebben we de verkeerde route genomen.
Kwart na drie vertrekt de bus richting Beppu. Het is een prachtige route en na ongeveer een uur hebben we een foto stop van een kwartier. Even de beentjes strekken. Dan vervolgen we onze weg en stoppen we, volgens Luc, bij een antiekwinkel. Nou ik vind het meer een rommelmarkt.
Wat een troep, maar okay we strekken weer en kwartier de beentjes en rijden dan via een pas naar Beppu. Om kwart voor 6 komen we bij hotel Ryokan Seikaiso aan. Dit is een erg chique hotel en we krijgen de sleutel van kamer 405. We hebben een ruime kamer met tattami matten, een tafel met stoelen zonder poten en uitzicht op zee. De badkamer en WC zijn gescheiden. De WC is gemotoriseerd.
Met 1 druk op de knop wordt je poepertje met warm water schoon gesproeid. Wat wil je nog meer? Nou, een warm bad. En dat krijgen we, want we bestellen de familie onsen. Voor ¥ 1000 bestellen we de familie onsen. Dit is een privé warm water bad op de zesde verdieping. We kopen meteen twee ontbijttickets voor morgenvroeg. We kunnen kiezen uit westers of Japans, maar gezien de ervaring van vanochtend nemen we het vertrouwde westers ontbijt.
Om half zeven staan we op de zesde verdieping van het hotel onder de douche van onze gehuurde onsen.
Dit is zeer bijzonder. We plonsen in de warm waterbak en beginnen lekker te zweten met uitzicht op een zonsondergang op zee. Af en toe eruit om af te koelen. Je zit dan op een klein krukje. Na vijftig minuten nemen we een koude douche. We gaan naar de kamer en gaan dan een restaurant zoeken. We lopen naar de tip van de rough guide.
Dit vinden we gemakkelijk. Het is een gezellige tent, druk met Japanners dus dat wordt leuk. Echter ze hebben geen menukaart in het engels en het personeel spreekt alleen Japans. Dit werkt niet dus we gaan op zoek naar een ander eettentje. Na wat rondzwerven hebben we beet. We zien buiten een menukaart in het engels en zonder te twijfelen stappen we naar binnen. Aan de bar zijn nog twee plaatsen vrij. De tent zit vol.
De Japanners zitten allemaal aan de tafels zonder poten. Hoe houden ze dit vol? We bestellen Tepanyaki met garnalen, gebakken rijst en een kip salade. En niet te vergeten twee halve liters Asahi bier. Wat krijg je een dorst van dat gebadder. Na een half uur krijg ik mijn salade. José heeft honger dus die begint mee te pitsen. Na weer een half uur komt de tepanyaki. Als deze op is dan komt de nasi.
Het smaakt allemaal voortreffelijk maar we hadden het liever allemaal tegelijk gehad. Maar ja, dit zal wel de Japanse manier van uitserveren zijn.
We wandelen terug richting hotel en kopen onderweg nog een bier, water en een Smirnoff. Als we op de kamer komen dan liggen de bedden al klaar. We schuiven er nog een extra matras onder en ik wurm me met m’n benen onder het lage tafeltje om dit reisverslag uit te tikken.
Het is inmiddels bedtijd dus we drinken ons drankje op en gaan dan op ons campingbedje liggen. Weer een geweldige dag met een vol programma. Het voelt relaxed, maar ook dat we veel gedaan hebben.