De nachtrust van Phons was niet zo goed als die van mij. Ik lag blijkbaar nogal breed. Het zou best kunnen. Om half 9 ben ik uit bed, Phons om 9 uur. We drinken een heerlijke beker koffie, gezet met het apparaatje dat op de kamer staat. De eigenaar, een Zwitser, bracht ons gisterenavond een dienblad met koffieapparaat, bekers, koffie, melk, suiker en thee.
Om 10 uur zetten we koers naar Sheep Mountain. Dat blijkt achteraf 47 mijl van hier te zijn. Een hele rit dus. We waren net op tijd om voor $4,95 p.p. met Polly, een ranger, het prachtige Kluane N.P. in te gaan voor een wandeling. Met ons gaan 2 Franse Canadezen mee. Polly is een achterkleindochter van de oorspronkelijke bewoners en woont hier zelf ook. Ze behoort tot de familie van de Wolves. De andere groep die hier leeft heet de Crows. Polly hangt nog echt aan de oude tradities. Zo zegt ze altijd een Bear-prayer als ze het park binnenkomt. The First Nation People hebben veel respect voor de beer. Op dit moment zijn er in een deel van het park erg veel beren en is er voor de veiligheid een stuk afgesloten. Het zijn voornamelijk grizzly’s.( shär sho, shär=beer en sho=grizzly ) De mensen hebben niet alleen respect voor beren, maar voor alles wat hier leeft en groeit. Tot het kleinste en lastigste insekt toe. Een spin, een mier, je trapt ze niet dood, maar zet ze buiten. Polly vertelt over de levenswijze, zorgen voor elkaar. Zeg geen nee tegen een ander, je kunt ze ooit zelf nodig hebben.
Onder het wandelen zien we allerlei soorten poep:.van wolven, met botjes erin, schapen en Moose. We vinden ook schapenhaar. Jammer, dat deze prachtige witte Dahlsheep er nu niet zijn. Ze grazen in deze tijd van het jaar aan de andere kant van de bergen. Natuurlijk zijn er wel muggen. Het stikt er van. De flora is ook prachtig. Zo zie we o.a. roze Fireweed, de nationale plant van Canada, en Foxtail, gevaarlijk voor mens en dier. De pluimen blijven steken in de keel en verstikken je. Ook zijn er verschillende kruiden, zoals de sage die heerlijk ruikt.
The First Nation People trok hier rond, en we zagen een plek waar ze ooit verbleven. Van dode takken bouwden ze een soort tipi om een boom. Als het erg koud was, vulden ze de kieren met mos en gooiden er huiden over. Om te jagen, sneden ze van kariboe of mooseleer lange repen, waar ze een soort lasso van maakten. De grote lus werd bevestigd bv. tussen 2 bomen. Het dier liep met de kop in de lus en hebbes. Hoefjes gebruikten ze als rammelende verklikkers. Polly had foto’s en materialen bij zich om te laten zien. Op een berg hadden we pauze ( met een appel en Sultana ) en konden we genieten van een geweldig uitzicht. Het was zeer bijzonder. Na de fotoshoot vertelde Polly tot slot een verhaal. Het was een overlevering van haar grootmoeder. Ze vertelde over de oorspronkelijke bewoners, die leefden van wat het gebied hen te bieden had. De planten, dieren en de vis uit de rivier.
Na de aanleg van de Higway in 1942 kwamen hier honderden soldaten, die het hele gebied leeg jaagden. Toen men zich dat realiseerde, verbood men iedereen om nog maar iets uit het Kluanepark te nemen. The First Nation mensen moesten alles afgeven, en hadden toen alleen nog maar de rivier. Dat begrepen ze niet. Ze hadden alleen nog maar vis. Uiteindelijk heeft de regering begrepen wat ze die mensen hadden afgepakt. Hier nog een anekdote over de aanleg van de Highway. De mannen waren aan het jagen en de vrouwen waren in het dorpje. Toen kwamen de bulldozers. Die hadden ze nog nooit gezien. Ze zagen die machines als grote dieren, die veel lawaai maakten en bomen aten.
Toen zat de tijd er op en moesten we terug over de hobbelweg van 2,5 km naar het Visitor Center. Een tegenligger moest een heel stuk achteruit om ons voor te laten gaan. We hebben afscheid genomen van Polly en nog even in het Visitor Center rondgekeken. Toen zijn we weer naar Haines Junction gegaan.
Eerst zijn we naar de liquorstore gegaan voor Canadees bier. In ieder geval hebben we leuke brillen op. Nice frames. Toen naar de bieb om te internetten en daarna naar de store voor cola en een Mars. Omdat we morgen een lange trip voor de boeg hebben, hebben we ook al vast getankt.
Tijd voor de veranda van het motel. De eigenaar kwam even informeren hoe de bergen waren. Het gesprek ging in het Duits. Wat zijn we toch rijk dat we dat ook kunnen. Die Canadezen van vanmorgen spraken amper Engels. We hebben nog heerlijk buiten in het zonnetje gezeten en daarna gedoucht. Lekker mijn haren geföhnd. Direct gaan we ergens eten waar we met de creditkaart kunnen betalen. We hebben nog maar 5 Canadese dollars, de rest is aan tanken op gegaan. De pizzatent is niks, dus gaan we naar Glacier View. Ook daar runt een Chinees stel de tent. We bestellen ieder een glas witte wijn, Phons een burger de luxe en ik een huskyburger. Het eten is prima, de wijn wat minder. Voor $26 zijn we de man. Onderweg terug nog 2 foto’s van het kerkje gemaakt en van een verkeersbord over verplicht licht voeren. Het klinkt gek, maar pas na ruim een kilometer lopen over de snelweg komen we de eerste auto tegen. Zoiets bedenk je toch niet. Nu nog even uitbuiken op de veranda en dan naar bed.