Vandaag hebben we een reisdag van een kleine 500 km. We staan om half 9 op, en José zet een lekker bakkie koffie. Heerlijk op ons gemak starten we de dag. Om 9 uur zeggen we Grűß Gott tegen de uitbater”Albert Schweitzer” en zijn we weg. Het is weer prachtig weer, maar wel fris met 52°F. We rijden dezelfde route als gisteren richting Sheep Mountain. Bij het Visitor Center is vandaag niets te doen. Bij de roadconstruction van 7,2 km hebben we geluk. We kunnen meteen achter de pilotcar aan sukkelen. De weg is erg slecht en dat blijft het hele stuk zo. We rijden in een ruk door naar Beaver Creek ( 146 miles ) en bestellen bij Buckshot Betty’s twee koffies. Dit mens is net zo sacherijnig als de lui aan de overkant bij Ida’s Motel. De koffie drinken onder het genot van een paar boterhammen op aan een picknicktafel op de parkeerplaats. De temperatuur is inmiddels gestegen naar 65°F.
We zijn vlak bij de grens en als ik de Amerikaanse douane verteld heb wat mijn beroep is en dat we bier en sigaren aan boord hebben, mogen we doorrijden. Bij een aantal scenic views stoppen we. Dat moeten we ook bij een aantal roadconstructions. Delen van de weg zijn gravel en de auto ziet er niet meer uit. Bij Bushman Hardings kopen we een zakje Fireweed.
Hoe dichter we bij Tok komen, hoe bewolkter het wordt. We rijden de bergen uit en het begint een beetje te regenen. Rond 3 uur rijden we Tok binnen. Een gat, gebouwd rondom de Alcan Highway. Allereerst gooien we de tank weer vol. Dan hebben we hier morgen geen omkijken meer naar. Dan gaan we naar de supermarkt ( Three Bears ) inslaan voor de lunch van de komende dagen. We kopen ook nog een prachtige kalender voor $7, met bijna allemaal foto’s van plaatsen waar we geweest zijn of nog komen.
Dan gaan we op zoek naar onze B&B: The Off The Road House. Het ligt een paar mijl buiten het centrum van Tok. Zo’n 5 mijl later slaan we linksaf een landweg in. We moeten nog 1,2 mijl hotsebotsen en door grote waterplassen rijden. José vindt dit wel leuk.
Als we bij OTRH aankomen, worden we hartelijk begroet door Helga. Ze is een Duitse ( links snor, rechts snor ), die hier al 30 jaar in de bossen woont. We krijgen een echte cabin in “the wood”. Primitief, maar geweldig. Helga maakt koffie voor ons en we gaan buiten voor onze cabin zitten. Ik drink een paar Labatt’s Blue en we lezen wat. Dit is genieten. Wat een rust.
Rond half 7 gaan we richting Tok. We bezoeken een giftshop, die hele mooie en dure dingen heeft. Dan naar Fast Eddie’s Restaurant voor het diner. De lucht is intussen strak blauw en het is 72°F. We hebben het mooie weer meegenomen. Ik neem een Classic Burger en José een Hawaї Pizza. De Riesling uit California smaakt prima. Het eten trouwens ook.
Als we terug rijden, sjeest José als een echte rallyrijdster door een plas water. Het water splasht boven de auto uit. Voor de cabin roken en drinken we nog wat. Het ontbijt hebben we om half 9 besteld. Ook al is het laat, het is nog klaarlichte dag.