Vanmorgen hadden we tot half 12 de tijd aan onszelf. Daarom zijn we lekker rustig begonnen. Omdat we het ontbijt in het hotel niks vonden, hebben we gisteren boodschappen gedaan. Dus we zijn gestart met jus d’orange, thee en een lekkere verse appelkoek. Helemaal niks doen is er niet bij en Matsuyama heeft een mooi kasteel. Daar gaan we met de tram heen. Bij de receptie betalen we voor de entree en een retourtje met de stoeltjeslift.
Het kasteel ziet er prachtig uit en gelukkig is er overal in het engels uitleg bij. Vanaf de bovenste verdieping hadden we een prachtig uitzicht over de stad. Jongelui hesen zich in kleding die vroeger door de soldaten gedragen werd. Later zagen we dat ook bij kleine kindjes, die het allemaal maar niks vonden. Opvallend veel Jappen en heel weinig westerlingen. Zoals wij soms onopvallend mensen proberen te fotograferen, gebeurde dit met ons.
Zeker in de stoeltjeslift naar beneden. In ieder geval hebben we een indruk gekregen van de kleding en het wapentuig van het vroegere Japan. Eenmaal weer beneden gaan we naar de tram en zijn dan op tijd bij het hotel.Klokslag half 12 vertrekken we naar Uchiko, zo’n 50 kilometer ten zuiden van Matsuyama. De rit voert ons door een schitterende natuur.
Wat is Japan toch groen. Uchiko is een schilderachtig stadje met smalle straatjes en leuke huizen. Er zijn veel winkeltjes, waar van alles te koop is. Vroeger leefden de mensen de “ro”. Dat is een soort boon waar was uitgehaald werd. Deze plantaardige was werd gebruikt voor het maken van kaarsen. Dit ambacht is verdwenen door de komst van paraffine. We hadden wel geluk.
Het was vandaag de laatste dag van het zomerfeest en de hoofdstraat was versierd met enorme slingers en hangers in alle kleuren van de regenboog. Werkelijk een plaatje. In de versiering hebben heel wat uren knutselen gezeten. Ook hebben we nog een tentoonstelling bezocht over wasproductie vroeger. Heel interessant. Dan moeten we weer naar de bus. Voor de plank hebben we een vaasje en een windmolentje gescoord.
Om 3 uur gaat het richting tempel 51, de Iwaya-ji. Dit doen we over “de henro”, de eeuwenoude pelgrimsroute. Die gaat langs 88 tempels. Daar aangekomen komen we de eerste pelgrims al tegen. Ze hebben witte blouses of shirts aan met daarop Japanse tekens. Aan de rode stempels kun je zien hoeveel tempels ze al bezocht hebben. Met de hele groep gaan we naar boven via een lange trap. Het hoogteverschil is 125 meter.
Onderweg zien we ontelbare beeldjes. Dat midden in de groene natuur biedt een prachtig gezicht. Eenmaal boven zijn er een paar tempels waar een viertal pelgrims aan het bidden zijn. Het klinkt als een mantra en er straalt zoveel rust van uit. De tempels zelf zijn ook erg mooi. Het is in ieder geval de moeite van de klim waard. We hebben ook het beeld van Kukaï gezien, de man die ooit het Boeddhisme ontdekte in China en dat naar Japan heeft gebracht.
Na de afdaling hebben we nog een sjaaltje als aandenken gekocht.Dan het laatste deel van de tocht. Eerst terug naar Matsuyama om daar naar de keizerlijke Onsen te gaan: Dogo onsen. Weer een mooie rit, alleen de zon stond al laag en was behoorlijk scherp. Om 7 uur komen we daar aan. We moeten in de rij om een kaartje te kopen en wachten tot we een rondleiding kunnen krijgen. Daar hadden we mooi geen zin in.
De keizer kan ook zonder ons in bad en we houden het voor gezien. Samen slenteren we door de overdekte winkelgalerij, maar daar is ook niet veel aan. We besluiten om terug te gaan met de tram. Ook onze chauffeur zien we nog. Hij buigt weer vriendelijk. Na uitgestapt te zijn gaan we eerst Maccen en daarna op het station nog wat te drinken kopen. We gaan lekker naar de kamer. Het is goed geweest voor vandaag. Douchen, reisverslag, tassen prepareren en dan lekker slapen. Phons zit in een Japanse kimono te lezen.