Vandaag staat een inspannende dag op het programma. Om kwart voor zes komt de Nokia tot leven en om half zeven zitten we aan het uitgebreide ontbijt. Ik neem alleen een kop thee en een glas jus d´orange. José eet ook nog een paar broodjes. Om kwart voor zeven wordt de bagage in de drie landcruisers geladen en rijden we naar de bergoases.
Bij Tamerza pikken we onze gids Abdoel op en om half 9 zijn we op het vertrekpunt van de wandeling: de canyon de Mides. Natasja heeft bij Abdoel geinformeerd en het wordt een gemakkelijke wandeling van twee uur. Om kwart voor negen dalen we 50 meter af in de kloof. Het is redelijk stijl maar goed te lopen. Onder in de kloof stroomt wat water en het is redelijk drassig. De natuur is prachtig en we wandelen een kleine kilometer tussen de rotswanden.
Dan maken we een pittige klim naar 420 meter. We hebben uitzicht op een prachtig bergmeer. Na een pauze van een kwartier moeten we gaan dalen. Het is hartstikke steil, er is geen pad. Alleen maar gladde rotsen met keien. Het is best eng en op de billen ga ik kontje voor kontje naar beneden. Goed vasthouden en voorzichtig aan doen. Ik ben als eerste beneden en zie hoe de groep naar beneden komt.
Als José een steen vast pakt dan breekt deze in tweeen en ze kan zich nog net tegenhouden. Als dit gemakkelijk is, dan wil ik wel eens een moeilijke wandeling zien. Natajsa is boos op Abdoel die voet bij stuk houdt. We hebben een prachtig uitzicht en beklimmen de volgende berg. Dit is goed te doen. Ook de afdaling is niet erg lastig. Wel veel stenen op het pad maar goed te doen.
Als we beneden bij Tamerza aankomen, komt een meisje op blote voeten met een verrassing. Voor 1 TD verkoopt ze een steen die doorgekliefd is. Binnenin zie je bergkristallen. Ze is zo door haar voorraad heen en omdat bijna iedereen zo’n aandenken wil hebben, rent ze hard op blote voeten naar haar huis om nog meer stenen te halen.
We lopen het dorp in naar restaurant les Cascades.
Het is van een oom van onze chauffeur en hier gaan we lunchen. Natasja en Faissa hebben gisteren vanalles ingekocht: dadels, sla, tomaten, smeerkaas, mais, tonijn, harissa. Te veel om op te noemen. Het smaakt voortreffelijk. Ik drink twee flesjes cola en een glas kruidenthee.
Om half 1 wordt de bagage in een Toyota minibus geladen.
We vertrekken om 12.40 uur met de minibus en 1 landcruiser richting Tunis. Het is 540 km, dat wordt dus een lange zit.
Het landschap verandert snel. Het wordt groen en langs de kant staan veel cactussen. Om kwart over drie hebben we een plas en rookpauze. Het is gaan onweren en de regen komt met bakken uit de hemel. De temperatuur is flink afgekoeld we hebben het fris in een T-shirt.
Na een half uur vertrekken we voor de tweede etappe naar Kairouan. We hebben veel langzaam verkeer voor ons en Faissa rijdt gemiddeld 80 km per uur. Om 17.40 komen we in Kairouan aan. Unaniem besluiten we om deze vierde moslim stad met een bliksembezoek te vereren. Faissa en Kilani, onze chauffeurs zijn niet blij, maar we geven straks wel een extra tip. Het oude deel van Kairouan is
omgeven door een flinke muur.
We lopen de poort binnen en genieten meteen met volle teugen. De sfeer is heel anders dan we gewend zijn en de digitale camera’s maken overuren. De medina is prachtig: kleine steegjes met prachtige deuren. Op de deuren zitten kloppers en volgens Florence is de onderste voor kinderen. De linkse voor vrouwen en de rechtse voor mannen.
Elke klopper maakt een ander geluid en aan het geluid kun je horen of er een man, vrouw of een kind aan de deur klopt. We lopen langs de grote Moskee en een man loodst ons door de Medina naar de ingang. Je kunt hier gemakkelijk verdwalen. De gelegenheidsgids brengt ons naar een toilet. Omdat er maar 1 WC aanwezig is, duurt het even voordat iedereen geweest is. Na een uur verlaten we deze prachtige stad waar we allemaal wel hadden willen blijven.
Hier kun je je gemakkelijk een dag vermaken. Wij deden het op z’n Amerikaans/Japans. Rennen, foto’s maken enz. Dit was leuk geweest voor een film. Het kon ook een race voorstellen uit de Peking Expres.
Na een uur vertrekken we voor de laatste 100 kilometer naar Tunis. Faissa trapt op het gas en met 125 kilometer per uur scheurt hij over de goed begaanbare Tunesische wegen.
Het laatst stuk is tolweg en het is donker als we om 20.45 in Tunis aankomen. Deze stad doet Europees aan en de hoofdstraat lijkt op de Champs Elyssee in Parijs. We rijden naar ons hotel in het centrum, droppen de bagage op kamer 125, trekken een trui aan en verzamelen bij de receptie. Natasja heeft restaurant Chez “la Mama” gereserveerd. Het is vol maar als we na tien minuten wandelen bij de Italiaan aankomen zijn er drie tafels gedekt.
Wij zitten met Natasja en Evelyn aan een tafel van vier en bestellen allebei een Pizza Neptune: mozarella, tomaat, tonijn, kappertjes en olijven. Samen met Corrie drinken we droge witte wijn. Deze smaakt prima. Op verzoek van Natasja controleer ik het schrift waarin de fooienpot verantwoord wordt. Het ziet er verzorgd uit en ik kan geen fout ontdekken.
Dan houdt Anne-Marie een korte toespraakt. Ze bedankt Natasja voor de manier waarop ze met haar hart de reis begeleid heeft en overhandigt de envelop met fooi. Natajsa spreekt ook nog een paar lovende woorden en de Amerikanen aan de tafel naast ons luisteren met belangstelling. Ze snappen er geen snars van maar vinden het een indrukwekkende vertoning.
Zo indrukwekkend dat ze bij het weggaan een koeler met ijs omtrappen zodat Hester koude voeten krijgt.
We nemen allebei nog een glas rode wijn en lopen tegen 11 uur richting ons hotel. Het is nog gezellig druk op straat. Tunis is ook een plaats om minimaal een dag te verblijven.
Dat is voor ons niet helaas weggelegd. Onze tijd in Tunesië zit erop. Over 5 uur gaan we weer naar huis. We nemen afscheid van Anne Marie en Will, die hier nog drie dagen blijven en van Pieronne die om 15.00 uur via Parijs vliegt. Daarom gaan we onze tassen herschikken zodat we klaar staan voor vertrek. We zetten de wekker op 4 uur want het vertrek is morgen om kwart voor vijf gepland.