Phons heeft weer als een blok geslapen. Ik zelf weer niet. Gisteren was het wel beroerder, maar goed vanavond kunnen we weer genieten van stoelen, een douche, een wc en een bed. Het plan is om half negen te vertrekken. Rond half acht staat het ontbijt klaar. Koffie, thee, brood jam en een vers gekookt eitje. De kamelen zijn er al. Als het ontbijt op is en de bagage in de jeep ligt kunnen we starten met onze laatste woestijntocht van drie uur.
Ik begin op de kameel. Een vrouwtje met een mooie witte baby. Het is even wennen, maar eenmaal de goede houding gevonden, schommel ik heerlijk op het woestijnschip. De baby is ondeugend en hapt in mijn schoen en kuit. De drijver laat moederdromedaris om de haverklap van de struikjes eten die we tegenkomen. Na een half uur wordt er gewisseld en loop ik mee.
De baas heeft een snee in zijn vinger, dus plak ik daar een pleister op. De handen zijn zo vet dat het niet plakt, dus nog wat tape eroverheen gedaan. Thank you. Thank you en met een trotse witte vinger gaat hij verder.
We maken even een zijtripje naar rotstekeningen. Ongeveer op de helft hebben we theepauze.
De kamelendrijvers sprokkelen wat droog hout en leggen een vuurtje aan. Uit hun tassen komen water en drie kleine zwart geblakerde keteltjes. We krijgen thee zonder suiker, waar zij niks van snappen. Ze drinken hier mierenzoete thee. De dieren liggen in de zon te rusten. Dan gaan we weer verder en hijst Phons zich op een kameel. Het is een geweldig gezicht, die beesten die op hun gemak door het zand sloffen.
Later wordt er nog een keer gewisseld en mag ik het laatste stukje nog mee hobbelen. We eindigen om 11.30 uur, na en een prachtige tocht, op een soort campsite., waar een drankje er wel in gaat. Op deze plaats werd de bruiloft gevierd, die we op tv hebben gezien (Grenzeloos Verliefd). Ook hebben we hier een lunch. Weer lekker. Fahrid heeft alles geregeld. De bus is er al en de bagage zit er al in.
Om 1 uur verlaten we de Wadi Rum en rijden we in een uurtje naar Aqaba. Wat een wereld van verschil. Zo ben je nog in de weidse stilte, zo ben je in een lawaaierige hectische stad. Als we uitstappen is het bloedheet. Het Cristal Hotel ziet er luxe uit, maar het is vergane glorie. We krijgen kamer 107. Groot met twee tweepersoons beden.
de douche is lapperdepoepie maar in ieder geval kunnen we het stof van onze lijven spoelen. Je knapt er van op.
Tegen vieren zijn we in de lobby. De vaste ploeg verzamelt zich en samen gaan we naar Ali baba. Het is bloedheet, maar toch ploffen we op het terras. De mannen gaan aan het bier en wij nemen een fles witte Mount Nebo wijn. De stemming zit erin. Nog meer bier, nog meer wijn. We blijven er ook eten. Phons neemt een Tournedos Rossini en ik een Ali Baba Fish Special.
Het vlees van Phons is goed, ietwat te gaar met wat groente en frietjes. Ook de vis was prima, maar er zat niks bij.
Als toetje nemen we koffie, muntthee met een cognacje. De kokosbolletjes erbij waren heerlijk. Na het afrekenen (40 JD per persoon) krijgen we van de baas nog een glaasje thee. Om uit te buiken gaan we naar de boulevard. Aan de overkant zien we Eilat baden in het licht. Hier op het strand zitten voornamelijk mannen, die naar Spaans voetbal zitten te kijken. Bij een tentje nemen we als afzakkertje nog een bakkie en dan gaan we terug naar het hotel. Het is bedtijd. Maar van buiten komt een hoop lawaai van de winkeltjes. Sluitingstijd kennen ze hier niet. Toch lukt het om te slapen. Morgen gaan we naar het strand.