We worden om 8 uur aan de ontbijttafel verwacht. De wekker rammelt om half 8 en dit is de eerste ochtend dat ik moeite heb met wakker worden. Verna heeft weer een heerlijk ontbijt gemaakt. We beginnen met een fruitcocktail van banaan, mandarijn, ananas en gedroogde cranberries. Daarna pancakes met blueberries en gebakken spek. Alles smaakt prima. Nancy schuift ook aan, en vertelt over haar avontuur boven de Artic Circle. Ze heeft Musk Oxen, caribous en hele mooie planten gezien. Nancy maakt zich zorgen over het broeikaseffect. Wat gebeurt er met de planten en dieren als de permafrost gaat dooien?
We kletsen er vrolijk op los. Maar dan wordt het echt tijd om te vertrekken. Nog snel even mailen en beurzen. Voor Allen hebben we nog een rolletje Wilhelmina pepermunt. Dat waardeert hij. Dan nemen we afscheid van Verna, Allen en Zachery. Om half 10 vertrekt de Ford Explorer over de 1e Avenue richting North Pole. Dit plaatsje, 23 mijl van Faibanks, is de woonplaats van de Kerstman. Na wat zoeken vinden we Santa House. José raakt aan de praat met een negerin, die in Nederland heeft gewoond. Haar man wil wel een Topdrop proberen, maar dat bevalt niet goed. In een tuin naast het grote huis loopt Rudolf, het rendier.
Binnen is het Kerstfeest. Zelfs de Kerstman en mevrouw Claus waren in levende lijve aanwezig. Met de Clausjes gaan we op de foto. In de winkel kopen we 50 kerstkaarten, een kerstmannetje en een vlag van Alaska. Na een uur in kerstsfeer te zijn geweest, rijden we de Richardson Highway op richting Delta Junction. Het is mooi weer en het landschap is prachtig. Vlak voor de Junction zien we de Alaskan Pipeline. Natuurlijk stoppen we hier om foto’s te maken.
Bij een souvenirshopje koopt José voor $2 een ijsworm van beverbont. Een halve mijl verder drinken we bij Rika’s Roadhouse in het zonnetje een flinke beker koffie. Bij Delta Junction begint de Alcan ( Alaska-Canada ) Highway. Deze weg is na de aanval op Pearl Harbor i9n WO II aangelegd om Alaska via land te verbinden met de “Lower 48”. Op deze Alcan Highway ( nr.2 ) zien we langs de weg een “mama”Moose. We rijden door naar Tok en picknicken langs de weg. Af en toe stoppen we bij een Scenic View. Hoe dichter we bij de Canadese grens komen, hoe slechter de weg wordt.
We gaan over gravel en moeten soms achter een “pilot-car”aanrijden. Dit gaat in een tempo ven 5 mijl per uur. Rond 5 uur zijn we bij de grens tussen Alaska en Yukon. We maken foto’s bij de borden en passeren de Amerikaanse grens zonder controle. De weg is nu erg slecht, vol gaten en hobbels. Zo’n 20 mijl verderop moeten we 10 minuten wachten voor de Canadese douane. We zijn al in Beaver Creek, en de procedure is eenvoudig. Een paar vragen beantwoorden en we mogen door. Rond 6 uur, maar hier in Canada is het een uur later, komen we bij Ida’s Motel aan. Aan de receptie zit een luie neger met een spraakgebrek. We krijgen de sleutel van kamer 201, een loei van een kamer met 2 tweepersoons bedden. José reorganiseert de tassen, terwijl ik een douche neem. We hebben 319 mijl = 500 km gereden en we zijn best moe.
We gaan op zoek naar een restaurant. Omdat Buchshot Betty’s gesloten is, lopen we naar de Westmark Inn. José bestelt spaghetti en witte wijn en ik een Westmark Burger en een Labatt Blue. Dit is jeugdsentiment, want dit merk bier heb ik op mijn Canada-Amerikareis van 1983 heel wat gedronken. En het smaakt nog steeds perfect. Na het eten “stoepen”we nog wat op de galerij voor onze kamer, maar er veel ongedierte. Dus gaan we maar naar binnen om het dagboek bij te werken en de reis voor morgen voor te bereiden. José ligt al plat en ik zal snel volgen. Het is nu 23.00 uur, de lucht is blauw en de zon schijnt nog volop. Wat een leven!
18 juli 2007 Fairbanks – Beaver Creek