Om 8 uur ontbijten we in het hotel. Allebei een Americano. ($2,50 p.p.) Het verse sinaasappelsap is overheerlijk en de rest van het ontbijt ook. Om kwart over 9 lopen we met de hele groep en gids Johnny naar de boten. Omdat we met z’n allen niet in één boot passen, gaan Nell, Truus, Dirk en Louise met een andere groep mee. Eerst allemaal een zwemvest aan en dan kiest de boot het ruime sop.
De oceaan is redelijk rustig. Isla de la Plata ligt 40 kilometer uit de kust. Omdat bij de walvissen al vier boten liggen, varen we in een hoog tempo meteen door naar het “zilver-eiland”. Aan land krijgen we bananenkoek en gele exota-limonade. De andere boot blijft maar weg. Zij zijn bultruggen aan het spotten. Na bijna drie kwartier wachten beginnen we alvast aan de tour.
Johnny doet zijn verhaal over de Ballenas en Steven vertaalt maar de helft. Dan zet het viertal voet op het eiland. Zij zijn wild enthousiast en wij vreselijk jaloers. Rond 11 uur beginnen we aan de wandeling over het eiland. Al snel lopen vier blauwvoet Jan van Genten ( Booby azul ) over het pad. Voorzichtig maken we foto’s. Uiteindelijk lopen we langs de vogels en ze blijven gewoon zitten. Het tempo is hoog, we moeten tijd inhalen.
Bij de rotswand zitten gemaskerde Jan van Genten. Sommigen zitten te broeden. In de verte zien we de bultruggen springen. Bij de albatrossen staan bordjes. Blijven deze beesten hier altijd zitten, of verplaatsen de parkwachters steeds de bordjes? De klim naar de top van het eiland is muy fuerte. Hijgend , puffend en zwetend bereiken we de top op 170 meter. Het 28 graden en zwaar bewolkt.
Onderweg zien we nog een salamander, een slang, gieren en paradijsvogels. In stevige pas dalen we af richting de boten. Rond drie uur gaan we aan boord. De lunch wordt meteen uitgeserveerd: meloen, ananas, een broodje tonijn, een broodje kaas en bekers cola. Dan varen we naar de walvissen. We hebben ze snel gevonden en de opwinding is groot als we de eerste sprong van een bultrug zien.
Op nog geen 30 meter van de boot springt het 17 meter lange zoogdier uit het water omhoog en valt met een grote plons op zijn/haar rug in de oceaan terug. Dit is veel spectaculairder dan in Plettenberg, Zuid-Afrika. Iedereen heeft de camera’s in de aanslag, maar het valt niet mee om een springende walvis op de memorycard vast te leggen. De oceaan is nog nooit zo vaak gefotografeerd.
Ik zit op het dak, maar aan de verkeerde kant van de boot. Om het schip in evenwicht te houden moeten we aan “onze” kant blijven zitten. Na een poos wissel ik van plaats met Martina en ik maak een paar prachtige foto’s. Esther en Louis worden flink zeeziek en zien helaas weinig van dit bijzondere schouwspel. Als ik boven weer aan de “verkeerde kant” zit, zak ik af naar beneden. De beesten worden moe of hebben geen zin meer.
Ze springen bijna niet meer. Om half vijf houden we het voor gezien en de boot vaart met 40 km. per uur richting Puerto Lopez. Onderweg zien we nog een paar walvissen spuiten. Op het strand vragen kinderen of ze onze voeten mogen wassen. Dit doen we niet. Bij de ingang van ons hotel spoelen we onze zandvoeten af. Terwijl José een douche neemt bekijk ik de foto’s. Ze zijn mooi en scherp.
De waterlandschappen verwijder ik. Als José is opgefrist gaan we bij ons stamcafé een Pilsener en een caipiriñha drinken. We hebben besloten niet mee te doen met de B.B.Q. , maar vanavond samen op pad te gaan. Als de consumpties op zijn lopen we naar de kamer en neem ik een heerlijke douche. Opgefrist lopen we om kwart voor acht naar het Ballena café.
We bestellen een vegetarische en een hampizza, plus een fles halfdroge witte Argentijnse wijn van $ 8. Het smaakt allemaal voortreffelijk en we hebben een prachtig uitzicht op de boulevard, het strand en de oceaan. Als toetje nemen we een earlgrey thee en een Pilsener. Het is gezellig om na ruim twee weken weer eens samen te eten. Als de ogen bijna dichtvallen lopen we naar het hotel terug. Onderweg zien we onze nachtportier “lekker kontje”, die van zattigheid niet meer op zijn benen kan staan.
We zijn zo moe dat we besluiten de tassen morgenvroeg in te pakken. We kruipen in de klamboe en om half elf knip ik de schemerlamp uit. Wat een geweldige dag!!!!